De kabouter en de muis en de nieuwe leerling

Op een dag werd de kabouter wakker, hij keek uit zijn raam en zag dat de zon lekker scheen. Hij sprong uit zijn bed, trok zijn kleren aan en liep de deur uit naar het huis van de muis. Klop klop klop! deed de kabouter op de deur .“Wie is daar?” riep de muis. “Ik ben het, de kabouter” zei de kabouter en de muis deed de deur open. “Hé muis” zei de kabouter, “de zon schijnt heerlijk, wat zullen we vandaag gaan doen?”. “Nou…” zei de muis, “wat dacht je van naar school gaan misschien?”. “Oeps, ja natuurlijk” riep de kabouter, “dat was ik helemaal niet vergeten hoor!”.

De kabouter en de muis liepen samen naar school, eerst naar de rivier, over het bruggetje en dan linksaf, door het paadje door het bos, en langs de grote boom. Op school liepen ze hun klas binnen naar hun vriendjes de slak, de krekel, de spinnetjes en nog wat andere kabouters en muizenkindjes. Juffrouw Bij kwam binnen en ze zei “goedemorgen kindertjezzz! Vandaag hebben we een nieuwe leerling in de klazzz!” Net op dat moment hoorden de kabouter en de muis wat lawaai en de deur van klas ging open. De nieuwe leerling kwam binnen, en alle kinderen keken hun ogen uit! Het was een olifantje! De olifant paste maar net door de deur en liep de klas binnen. “Hallo”, zei de olifant heel zachtjes, want hij was erg verlegen. Juffrouw Bij keek ook wat verbaasd, ze zei “nou, dat is een grote verrassing! Ga daar achteraan maar zitten olifant, want anders zien de andere kinderen niets meer!”.

Het olifantje deed zijn best om voorzichtig naar achter te lopen, maar hij botste toch tegen elk tafeltje aan met zijn dikke billen. “Sorry! Sorry! Sorry!” riep hij elke keer, totdat hij kon gaan zitten.

Alle kindjes in de klas draaiden zich om en keken het olifantje met grote ogen aan. Zo’n beest hadden ze nog nooit gezien, er woonden ook helemaal geen olifanten in het bos. “Opletten kindertjezzz!” riep juffrouw Bij, we gaan beginnen met nootjeskunde vandaag!

Toen de school uit was liepen de kabouter en de muis met het olifantje naar buiten. “Hee olifant” zei de muis “waar woon jij eigenlijk?”. “Oh” zei de olifant “een heel stuk verderop, bijna buiten het bos. We zijn er net naar toe verhuisd.”. “Ben jij eigenlijk niet bang voor muizen?” vroeg de kabouter. De muis keek de kabouter aan; “wat is dat nu voor een domme vraag kabouter?”. “Nou ik had gelezen dat olifanten bang zijn voor muizen” zei de kabouter. “Nee hoor, ik niet” zei de olifant, “maar mijn moeder wel!”.

“Hee, kan ik misschien bij jullie spelen vandaag?” vroeg de olifant, “en misschien wel logeren?”. De kabouter keek de muis verbaasd aan. “Moet je dat niet aan je moeder vragen dan?” vroeg hij aan het olifantje. “Ehhh dat heb ik al gedaan” zei hij, maar hij werd helemaal rood. “Jaja” zei de kabouter, “ nou je kan bij ons komen spelen, maar logeren dat doen we wel een andere keer”. “Ik denk ook dat je niet echt past in mijn muizenhol!” zei de muis. “Daar zit wat in!” zei de olifant en met zijn drieën liepen ze naar het kabouterdorp.

“Zullen we gaan varen op de rivier?” vroeg de muis. “Goed plan!” zei de kabouter, en ze namen het olifantje mee naar hun bootje bij de rivier. “Coole boot!” zei de olifant, “maar gaan jullie maar eerst zitten”. De muis en de kabouter sprongen in de boot en de muis riep “kom maar olifant, maar wel rustig!” De olifant zette heel voorzichting een poot in de boot en toen nog eentje. De kabouter en de muis vlogen bijna uit de boot en riepen “waaaahhh, stoppp!! “. De olifant schrok zo erg dat hij bijna in het water viel, maar gelukkig kon hij nog net terug springen. “Ik denk dat je ook een beetje te groot voor ons bootje bent olifant” zei de kabouter. De olifant keek heel verdrietig en begon een beetje te huilen, “ ik wilde zo graag met jullie spelen!” zei hij, “maar alles is te klein hier voor mij en mijn dikke billen”. Hij snikte en snotterde en moest er zelfs van niezen “ ha ha ha tsjie!!” en dat ging zo hard dat de boot met de kabouter en de muis erin heel hard wegvaarde! “Wow!” riep de muis, “dat was vet! Doe nog eens olifant?”.

Het olifantje lachte door zijn tranen heen en nam diep adem “ghhhhhh!” en blies toen zo hard hij kon door zijn slurf “ffffffffhhhhhhhhhh!” naar het bootje van de kabouter en de muis. Die ging daardoor heel hard door het water en dat vonden de kabouter en de muis superleuk, “jeeeh gaaf, nog een keer!” riepen ze allebei. En de olifant nam weer diep adem en blies keihard tegen het bootje en nog een keer en nog een keer en de olifant, de kabouter en de muis hadden de hele middag zo veel lol dat ze niet eens merkten dat het al donker begon te worden.

“Hey olifant!” riep de kabouter “het is bijna donker, wij moeten weer naar huis, jij denk ik ook?”. “Ehh ja natuurlijk” zei de olifant, maar hij keek een beetje raar. De kabouter en de muis kwamen uit hun bootje en de muis zei “bedankt olifant, dat was geweldig leuk! Wij moeten die kant op en jij?”. Het olifantje keek nog steeds raar en zei toen “ik weet het eigenlijk niet precies meer!”. “Oh jee” zei de kabouter, “zullen we terug naar de school lopen, misschien weet je het dan weer?”. “OK!” zei de olifant en ze liepen terug over het bruggetje, linksaf, door het bos en langs de grote boom naar school.

Daar aangekomen schrokken de kabouter en de muis zich een hoedje! Er stonden twee ontzettend grote olifanten boos te praten met juffrouw bij en mijnheer boktor van de school. “Hoe kan je nu een olifantenkind kwijtraken?” zei de mijnheer olifant “ en “waarom zat hij in een klas met muizen?” zei de mevrouw olifant. “Hij hoort thuis op zijn eigen school!”.

“Mama, Papa, hier ben ik!” riep het kleine olifantje en liep snel naar ze toe. “Oh gelukig!” riep mama olifant en ze gaf hem een stevige olifantenknuffel. “Waar was je nou en wat doe je hier?” vroeg zijn vader. “Ik wilde een keer op een echte school zitten en niet op de circusschool” zei het olifantje. De kabouter en de muis keken elkaar aan; “ nu snap ik het” zei de muis, “ hij hoort helemaal niet op onze school en hij woont niet in het bos maar in het circus!”.

“Ja dat klopt, maar ik vond het wel heel leuk op school en om met jullie te spelen!” zei het olifantje. “Maar nu ga ik weer terug, want in het circus pas ik tenminste met overal in!”. De kabouter en de muis, de 3 olifanten, mevrouw Bij en mijnheer Boktor moesten hard lachen en de kabouter zei “wij vonden het ook heel leuk olifantje! Goeie reis terug!”.

De kabouter en de muis liepen weer terug naar de rivier, over het bruggetje, zo weer helemaal terug naar het kabouterdorp. Toen waren ze bijna thuis en weet je wat de kabouter toen zei tegen de muis?

“… WAT een avontuur was dat!”.